Een maand of wat terug een leuke actie van Kruidvat. Voor € 12,50 een hele dag tweede klas reizen door Nederland. Uiteraard koop ik ook zo'n kaart. Komt altijd van pas. Alleen vergeet ik op dat moment dat we de winter tegemoet gaan en mijn gedrag dan ook steeds meer op dat van een hamster gaat lijken. Overwinteren in je veilige hol. Liefst slapend.
Ineens ontdek ik dat ik nog maar twee kansen heb om de kaart op te souperen. De ene gaat voorbij door hamstergedrag, dus dit weekend is mijn laatste kans.
Ik kies voor Groningen. Je wilt er tenslotte zoveel mogelijk uithalen. Maar op de dag zelf met de weersverwachting in het achterhoofd, besluit ik iets dichter bij huis te blijven: Nijmegen.
Alles verloopt volgens plan. Totdat het om 13.30 uur venijnig hard gaat sneeuwen in Nijmegen en ik steeds vaker stomme winkels induik voor wat warmte. Wat doe ik mezelf aan: ik ga naar huis!
De trein die ik wil nemen, rijdt niet. 'Via de intercity naar Zwolle, kunt u mee tot Arnhem', vertelt een servicemedewerker me op het perron. Ik haal de trein op het nippertje en zie in Arnhem wel weer verder.
De vertrektijden daar kloppen al niet meer. Ik stap in een trein naar Amsterdam, terwijl de intercity naar Den Helder op een ander perron met vertraging weliswaar, eerder zal vertrekken. Veel medepassagiers rennen er op een holletje naartoe. Ik wacht af. In deze coupé is het tenminste warm.
Die medepassagiers missen de Den Helder-trein en stappen weer bij mij de coupé in. Een jongen voor mij is in een heftig gesprek met zijn opa gewisseld, als we Ede-Wageningen naderen. 'Hé, opa, we stappen er hier uit. Dan gaan we naar Amersfoort en nemen daar de trein naar Utrecht.' Opa piekert er niet over. Daar zeker aankomen en geen trein meer vinden. De jongen zegt weer: 'Hé, opa, doe je jas nu aan, we moeten er zo uit.' Inmiddels wordt omgeroepen dat onze trein niet verder gaat dan Utrecht wegens een wisselstoring bij Schiphol. Opa vertrekt geen spier, terwijl zijn kleinzoon aan zijn mouw sjort. 'Weet je', vertrouwt hij me toe, 'ik heb zo'n kaartje van het Kruidvat en hij een Railrunner. Hij is gek van treinen, kent alle vertrektijden, wil vandaag zoveel mogelijk trajecten afleggen en zo lang mogelijk reizen. Ik heb het nu wel gezien. Hoop dat we nog thuis komen.'
Als even later bekend wordt dat onze trein voorlopig niet verder rijdt vanwege een treinstel dat bij Driebergen met pech stilstaat, is de jongen de enige die juicht: 'Yes, opa, we zijn er voorlopig nog niet!'
En gelijk heeft hij gekregen!