(Vervolg van gisteren)
Vanachter mijn bord roerei kijk ik uit over de duinen. Een uitkijktoren aan een meer met een houten keet ernaast. Als ik nog een keer goed kijk, lees ik de half vervaagde letters NOVA ZEMBLA. Dat roept iets in me wakker: avontuur.
Ik hou van boeken, waarin mensen extreme omstandigheden overleven, zoals poolexpedities, Arita Baaijens met haar kamelentochten door de woestijn of de autobiografie van Íngrid Betancourt over haar gevangenschap in de de jungle na haar ontvoering door de FARC.
Nu is het mijn beurt: ik besluit van IJmuiden naar Zandvoort over het strand te lopen bij windkracht 7. Met mijn schamele bagage voor 1 nacht op mijn rug vertrek ik. Alles beter dan weer die sombere bustocht te maken van gisteren!
5 minuten later vallen de eerste regendruppels. Mijn visie tot dat moment is dat het aan zee altijd snel weer opklaart, zeker nu het zo hard waait. Ik blijk ernaast te zitten. Als ik dat ontdek, ben ik inmiddels drijfnat. Mijn spijkerbroek plakt als latex om mijn benen, mijn schoenen soppen, alleen mijn waterdichte jack houdt stand. Jammer dat ik ooit mijn capuchon eraf geritst heb en weggegooid.
'Twee uur lopen', zei de eigenaar van het strandpaviljoen die in allerijl zijn menuborden binnenhaalde, voordat ze over het strand geblazen zouden worden.
Het eerste kwartier zit erop. Als ik omkijk, zie ik behalve zand dat over het strand raast - als in een film die snel vooruit gespoeld wordt - niets. Een grijze mist van water, zowel voor als achter me. Geen mens meer in de buurt. Ik leun tegen de wind en ga stapje voor stapje op mijn doel af. Het tempo is het best te vergelijken met het moment in een nachtmerrie dat je weg wilt vluchten, maar nauwelijks vooruit komt.
Nu komt het op karakter aan!
Ik stel mezelf steeds een nabijgelegen doel: "Als ik maar voorbij die duinovergang ben. Als ik maar....". Intussen zie ik prullenbakken voor mensen aan en zijn de meeuwen ook nergens meer te bekennen.
Mijn eerste beloning is het bereiken van Parnassia. Wat kan een mens blij zijn met een kop hete thee.
Nu ben ik op de helft: de bus nemen, of doorgaan?
Ik ga ervoor! Een prachtige uitspraak vind ik: "Als je tegen de stroom ingaat, kom je bij de bron uit" (auteur onbekend).
Ik parafraseer: "Als je tegen de storm ingaat, kom je bij het station uit."
En dat is uiteindelijk waar ik beland: na 3,5 uur in plaats van 2 uur, maar dat zal wel met de tegenwind te maken hebben. Mijn gezicht hoeft in ieder geval voorlopig geen scrub!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten