Surrealistisch is mijn genoegen
als ik door een levende kerstkaart rijd
een vertraagde of wellicht een vroege
ik weet me verloren in de tijd
Sterren vallen ritmisch uit de lucht
kussen de licht gezouten wegen
vlijen zich met een diepe zucht
tegen elkaar - smelten als regen
Spookachtig wit wijzen besneeuwde twijgen
van winterse bomen naar mij op mijn fiets
de stilte benadrukt hun verwijtend zwijgen
Over zwarte sporen van fietsbanden
in dit uitgespreide, oneindige kleed
geweven door engelenhanden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten