Het werk van George Hendrik Breitner kreeg door het zien van een tentoonstelling met Japanse prenten een oriëntaals karakter. Hij richtte zijn atelier met kamerschermen, tapijten en kussens op oosterse wijze in.
Daar maakte hij foto's en schilderijen van Geesje Kwak, een hoedenverkoopster, die hij in Amsterdam had leren kennen. Hij maakte van Geesje een exotische prinses.
Hij schilderde Geesje meerdere keren in witte of rode kimono. Zij heeft maar een paar jaar voor hem kunnen poseren - zo rond haar 16e, 17e jaar. Het contact met Breitner - dat volgens hem puur zakelijk was - stopte, doordat ze naar Zuid-Afrika emigreerde. Daar stierf ze aan TBC.
Ze is maar 22 jaar geworden. Dit sprookje eindigt dus niet letterlijk met de zin: 'Ze leefde nog lang en gelukkig'.
Maar door Breitners schilderijen en een muziekstuk dat componist Micha Hamel dit jaar voor het Holland Festival heeft gecomponeerd met de titel De Rode Kimono (en door het web), is Geesje Kwak niet anoniem gebleven of in de vergetelheid geraakt, maar heeft haar korte leven diepe sporen nagelaten. Daardoor leeft ze in de kunst wel 'lang en gelukkig' voort; als een prinses.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten